Gedurende mijn onderzoek omtrent de vraag of homoseksuele koppels recht hebben op kinderen, kwam ik er achter dat men nog steeds erg negatief tegenover holebi’s, al dan niet met kinderen, staat. Vooral in landen zoals in Malawi en Oeganda worden ze erg streng gestraft, met zelfs de doodstraf als gevolg. Maar ook in België krijgen holebi’s te maken met vooroordelen en worden ze vaak aangezien als minderwaardige gezinsvorm.
Zo kwam ik er achter dat adoptiebureaus er ook negatief tegenover staan. Ze nemen erg weinig homokoppels aan als kandidaat en proberen hen te blokkeren op basis van morele en weerlegbare redenen, zoals bijvoorbeeld dat homokoppels niet in staat zouden zijn een kind gezond op te voeden. Ook door het werken met open adopties krijgen zij weinig kans om te adopteren.
Kinderen hebben te weinig kans om in contact te komen met literatuur over homoseksualiteit. Uit mijn onderzoek bleek dat er erg weinig bronnen bestaan waar kinderen over kunnen bijleren over holebi’s.
Ook bij de kunstmatige inseminatie mogen fertiliteitscentra een behandeling voor homoseksuelen weigeren, louter en alleen voor hun geaardheid. Ze moeten hen dan wel doorverwijzen naar een ander centrum. Qua zwangerschap ondervindt een biologische moeder geen nadelen; ze krijgt evenveel zwangerschaps- en bevallingsverlof als een heteromoeder. De meemoeder daarentegen heeft geen recht op 'vaderschaps'verlof, wat een erg spijtige zaak is. De holebifederatie ijvert ervoor om dit verlof geslachtsneutraal te maken, zodat ook meemoeders er gebruik van kunnen maken, en bekwamen al het resultaat dat zowel lesbiennes als homo’s kinderen mogen adopteren.
Holebi’s worden steeds nog anders bekeken als ze een kindje hebben. Er worden hen vreemde vragen gesteld en ook de kinderen moeten stevig in hun schoenen staan, om zich te weren bij reacties en vragen van klasgenootjes of vriendjes. Toch blijkt uit onderzoek dat deze kinderen geen slechtere opvoeding krijgen. Er zou zelfs sprake zijn van een betere evenwicht bij de opvoeding.
Ik besluit uit mijn onderzoek dat holebi’s zeker en vast recht hebben op kinderen, en vind het heel erg jammer dat zij nog steeds zoveel moeite hebben om een kind te krijgen en dat ze nog zoveel te maken hebben met vooroordelen van andere mensen en ouders.
vrijdag 21 mei 2010
Lezersbrief voor Klasse
Gedurende mijn onderzoek omtrent de vraag of homoseksuele koppels recht hebben op kinderen, kwam ik er achter dat men nog steeds erg negatief tegenover holebi’s, al dan niet met kinderen, staat. Vooral in landen zoals in Malawi en Oeganda worden ze erg streng gestraft, met zelfs de doodstraf als gevolg. Maar ook in België krijgen holebi’s te maken met vooroordelen en worden ze vaak aangezien als minderwaardige gezinsvorm.
Zo kwam ik er achter dat adoptiebureaus er ook negatief tegenover staan. Ze nemen erg weinig homokoppels aan als kandidaat en proberen hen te blokkeren op basis van morele en weerlegbare redenen, zoals bijvoorbeeld dat homokoppels niet in staat zouden zijn een kind gezond op te voeden. Ook door het werken met open adopties krijgen zij weinig kans om te adopteren.
Kinderen hebben te weinig kans om in contact te komen met literatuur over homoseksualiteit. Uit mijn onderzoek bleek dat er erg weinig bronnen bestaan waar kinderen over kunnen bijleren over holebi’s.
Ook bij de kunstmatige inseminatie mogen fertiliteitscentra een behandeling voor homoseksuelen weigeren, louter en alleen voor hun geaardheid. Ze moeten hen dan wel doorverwijzen naar een ander centrum. Qua zwangerschap ondervindt een biologische moeder geen nadelen; ze krijgt evenveel zwangerschaps- en bevallingsverlof als een heteromoeder. De meemoeder daarentegen heeft geen recht op 'vaderschaps'verlof, wat een erg spijtige zaak is. De holebifederatie ijvert ervoor om dit verlof geslachtsneutraal te maken, zodat ook meemoeders er gebruik van kunnen maken, en bekwamen al het resultaat dat zowel lesbiennes als homo’s kinderen mogen adopteren.
Holebi’s worden steeds nog anders bekeken als ze een kindje hebben. Er worden hen vreemde vragen gesteld en ook de kinderen moeten stevig in hun schoenen staan, om zich te weren bij reacties en vragen van klasgenootjes of vriendjes. Toch blijkt uit onderzoek dat deze kinderen geen slechtere opvoeding krijgen. Er zou zelfs sprake zijn van een betere evenwicht bij de opvoeding.
Ik besluit uit mijn onderzoek dat holebi’s zeker en vast recht hebben op kinderen, en vind het heel erg jammer dat zij nog steeds zoveel moeite hebben om een kind te krijgen en dat ze nog zoveel te maken hebben met vooroordelen van andere mensen en ouders.
Zo kwam ik er achter dat adoptiebureaus er ook negatief tegenover staan. Ze nemen erg weinig homokoppels aan als kandidaat en proberen hen te blokkeren op basis van morele en weerlegbare redenen, zoals bijvoorbeeld dat homokoppels niet in staat zouden zijn een kind gezond op te voeden. Ook door het werken met open adopties krijgen zij weinig kans om te adopteren.
Kinderen hebben te weinig kans om in contact te komen met literatuur over homoseksualiteit. Uit mijn onderzoek bleek dat er erg weinig bronnen bestaan waar kinderen over kunnen bijleren over holebi’s.
Ook bij de kunstmatige inseminatie mogen fertiliteitscentra een behandeling voor homoseksuelen weigeren, louter en alleen voor hun geaardheid. Ze moeten hen dan wel doorverwijzen naar een ander centrum. Qua zwangerschap ondervindt een biologische moeder geen nadelen; ze krijgt evenveel zwangerschaps- en bevallingsverlof als een heteromoeder. De meemoeder daarentegen heeft geen recht op 'vaderschaps'verlof, wat een erg spijtige zaak is. De holebifederatie ijvert ervoor om dit verlof geslachtsneutraal te maken, zodat ook meemoeders er gebruik van kunnen maken, en bekwamen al het resultaat dat zowel lesbiennes als homo’s kinderen mogen adopteren.
Holebi’s worden steeds nog anders bekeken als ze een kindje hebben. Er worden hen vreemde vragen gesteld en ook de kinderen moeten stevig in hun schoenen staan, om zich te weren bij reacties en vragen van klasgenootjes of vriendjes. Toch blijkt uit onderzoek dat deze kinderen geen slechtere opvoeding krijgen. Er zou zelfs sprake zijn van een betere evenwicht bij de opvoeding.
Ik besluit uit mijn onderzoek dat holebi’s zeker en vast recht hebben op kinderen, en vind het heel erg jammer dat zij nog steeds zoveel moeite hebben om een kind te krijgen en dat ze nog zoveel te maken hebben met vooroordelen van andere mensen en ouders.
Lezersbrief voor Klasse
Gedurende mijn onderzoek omtrent de vraag of homoseksuele koppels recht hebben op kinderen, kwam ik er achter dat men nog steeds erg negatief tegenover holebi’s, al dan niet met kinderen, staat. Vooral in landen zoals in Malawi en Oeganda worden ze erg streng gestraft, met zelfs de doodstraf als gevolg. Maar ook in België krijgen holebi’s te maken met vooroordelen en worden ze vaak aangezien als minderwaardige gezinsvorm.
Zo kwam ik er achter dat adoptiebureaus er ook negatief tegenover staan. Ze nemen erg weinig homokoppels aan als kandidaat en proberen hen te blokkeren op basis van morele en weerlegbare redenen, zoals bijvoorbeeld dat homokoppels niet in staat zouden zijn een kind gezond op te voeden. Ook door het werken met open adopties krijgen zij weinig kans om te adopteren.
Kinderen hebben te weinig kans om in contact te komen met literatuur over homoseksualiteit. Uit mijn onderzoek bleek dat er erg weinig bronnen bestaan waar kinderen over kunnen bijleren over holebi’s.
Ook bij de kunstmatige inseminatie mogen fertiliteitscentra een behandeling voor homoseksuelen weigeren, louter en alleen voor hun geaardheid. Ze moeten hen dan wel doorverwijzen naar een ander centrum. Qua zwangerschap ondervindt een biologische moeder geen nadelen; ze krijgt evenveel zwangerschaps- en bevallingsverlof als een heteromoeder. De meemoeder daarentegen heeft geen recht op 'vaderschaps'verlof, wat een erg spijtige zaak is. De holebifederatie ijvert ervoor om dit verlof geslachtsneutraal te maken, zodat ook meemoeders er gebruik van kunnen maken, en bekwamen al het resultaat dat zowel lesbiennes als homo’s kinderen mogen adopteren.
Holebi’s worden steeds nog anders bekeken als ze een kindje hebben. Er worden hen vreemde vragen gesteld en ook de kinderen moeten stevig in hun schoenen staan, om zich te weren bij reacties en vragen van klasgenootjes of vriendjes. Toch blijkt uit onderzoek dat deze kinderen geen slechtere opvoeding krijgen. Er zou zelfs sprake zijn van een betere evenwicht bij de opvoeding.
Ik besluit uit mijn onderzoek dat holebi’s zeker en vast recht hebben op kinderen, en vind het heel erg jammer dat zij nog steeds zoveel moeite hebben om een kind te krijgen en dat ze nog zoveel te maken hebben met vooroordelen van andere mensen en ouders.
Zo kwam ik er achter dat adoptiebureaus er ook negatief tegenover staan. Ze nemen erg weinig homokoppels aan als kandidaat en proberen hen te blokkeren op basis van morele en weerlegbare redenen, zoals bijvoorbeeld dat homokoppels niet in staat zouden zijn een kind gezond op te voeden. Ook door het werken met open adopties krijgen zij weinig kans om te adopteren.
Kinderen hebben te weinig kans om in contact te komen met literatuur over homoseksualiteit. Uit mijn onderzoek bleek dat er erg weinig bronnen bestaan waar kinderen over kunnen bijleren over holebi’s.
Ook bij de kunstmatige inseminatie mogen fertiliteitscentra een behandeling voor homoseksuelen weigeren, louter en alleen voor hun geaardheid. Ze moeten hen dan wel doorverwijzen naar een ander centrum. Qua zwangerschap ondervindt een biologische moeder geen nadelen; ze krijgt evenveel zwangerschaps- en bevallingsverlof als een heteromoeder. De meemoeder daarentegen heeft geen recht op 'vaderschaps'verlof, wat een erg spijtige zaak is. De holebifederatie ijvert ervoor om dit verlof geslachtsneutraal te maken, zodat ook meemoeders er gebruik van kunnen maken, en bekwamen al het resultaat dat zowel lesbiennes als homo’s kinderen mogen adopteren.
Holebi’s worden steeds nog anders bekeken als ze een kindje hebben. Er worden hen vreemde vragen gesteld en ook de kinderen moeten stevig in hun schoenen staan, om zich te weren bij reacties en vragen van klasgenootjes of vriendjes. Toch blijkt uit onderzoek dat deze kinderen geen slechtere opvoeding krijgen. Er zou zelfs sprake zijn van een betere evenwicht bij de opvoeding.
Ik besluit uit mijn onderzoek dat holebi’s zeker en vast recht hebben op kinderen, en vind het heel erg jammer dat zij nog steeds zoveel moeite hebben om een kind te krijgen en dat ze nog zoveel te maken hebben met vooroordelen van andere mensen en ouders.
maandag 10 mei 2010
Onderzoeksvraag: Wat zijn de voordelen en de nadelen die homokoppels ervaren als ouder?
De kinderen
Uit Belgisch onderzoek blijkt dat kinderen die opgroeien als KID-kind in een lesbisch gezin, zich goed voelen en niet vaker gepest worden dan andere kinderen. Toch vermoed ik dat deze kinderen vrij sterk in hun schoenen moeten staan, omdat ze anders snel de rol van slachtoffer kunnen krijgen bij pesterijen, doordat ze als 'anderszijnde' bekeken worden. Kinderen zoeken vrijwel altijd de buitenbeentjes en de zwakkere kinderen er uit. Dit omdat ze meer opvallen door het 'anders'-zijn en er dus ook makkelijker vijandigheid tegen gecreëerd kan worden. Ook kunnen de kinderen van holebikoppels best van alles op de hoogte zijn, wat betreft hun afkomst en verwekking, zodat ze kunnen antwoorden en zich kunnen verdedigen als klasgenootjes en andere kinderen (vervelende) vragen stellen. Als kinderen het idee hebben dat het eigenlijk een tamelijk gewoon verhaal is, kunnen ze het ontspannen en gewoontjes uitleggen en dat werkt het beste. Zo kunnen zij zich naar de omgeving toe het best een houding geven.
In Nederland is nagegaan of lesbische gezinnen verschillen van heterogezinnen in de manier waarop zij hun ouderschap ervaren en motiveren voor zichzelf. Er blijkt dat lesbische ouders blijken een sterker gemotiveerde kinderwens te hebben. Ook zou er sprake zijn van meer evenwicht tussen beide ouders. Toch maken ze zich ook zorgen over het opgroeien van hun kinderen in een samenleving die niet altijd holebivriendelijk is en veel te maken heeft met vooroordelen en discriminatie. Er blijken ook verschillen te zijn met heterogezinnen qua taakverdeling tussen de ouders. De emotionele betrokkenheid tot het kind van de meemoeder zou hierbij groter zijn dan die van een heterovader. Dit zou wel kunnen kloppen, omdat vrouwen over het algemeen emotioneler zijn dan mannen. Toch zou ik niet meteen zeggen dat vrouwen meer betrokken zijn bij hun kind dan vaders. Mannen kunnen evengoed een heel betrokken vaderrol hebben.
Uit Amerikaans onderzoek blijkt dat kinderen in holebigezinnen niet meer problemen hebben met opgroeien dan kinderen uit andere gezinnen. Door deze resultaten steunt de APA (American Psychological Association) dan ook de eis van homo's en lesbiennes voor gelijke rechten inzake kinderwens en adoptie.
Zwangerschap
Qua zwangerschap ondervindt de biologische moeder geen nadelen; ze krijgt evenveel zwangerschaps- en bevallingsverlof als een heteromoeder. De meemoeder daarentegen heeft geen recht op 'vaderschaps'verlof (het recht van een vader om tien dagen afwezig te zijn naar aanleiding van de geboorte van een kind).
De Holebifederatie ijvert ervoor om dit verlof geslachtsneutraal te maken, zodat ook meemoeders er gebruik van kunnen maken. De federatie heeft er ook voor geijverd dat adoptie niet enkel een recht zou worden voor lesbiennes, maar ook voor homo's.
Weigering bij KID en IVF
Lesbiennes die een KID (Kunstmatige Inseminatie met Donorsperma) of IVF-behandeling (In-vitrofertilisatie) willen om zwanger te worden, kunnen terecht bij fertiliteitscentra. Sinds 2007 bestaat in België echter de 'Wet op de medisch begeleide voortplanting', waarin o.a. staat dat fertiliteitscentra een behandeling mogen weigeren op basis van het 'gewetensbezwaar'. Het centrum moet dan wel het koppel doorverwijzen naar een centrum waar zij wel terecht kunnen. Het UZ Gasthuisberg Leuven weigert lesbiennes en stuurt hen altijd door.
Een juridische band verwerven met het kind
Een meemoeder moet het kind adopteren, gezien ze niet automatisch een juridische band krijgt met het kind. Ze moet adopteren via de procedure van 'stiefouderadoptie ' of 'co-ouderadoptie', waarvoor men zich moet aanmelden bij Kind en Gezin. De meemoeder moet dan een verplichte voorbereidingscursus van twintig uur volgen, en het is mogelijk om deze cursus al te volgen tijdens de zwangerschap.
Adoptie
Zoals gebleken is bij mijn vorige onderzoeksvraag, worden holebikoppels die kiezen voor adoptie, nog steeds benadeeld. Doordat gekozen wordt voor open adoptie, kunnen de biologische ouders kiezen om hun kind niet te plaatsen bij holebi's. Er worden ook erg weinig kinderen toegekend aan een holebikoppel doordat er een maximumaantal holebikandidaten wordt vastgelegd door de adoptiebureaus. De bureaus weerleggen soms de adoptieaanvraag van een holebikoppel, omdat dit volgens hen moreel niet in orde is.
Familienaam van het kind
Een pasgeboren kind krijgt de familienaam van de biologische moeder. Dit gebeurt, net zoals bij heterokoppels, wanneer het kind ingeschreven wordt in het geboorteregister van de burgerlijke stand.
Bij stiefouderadoptie mogen de adoptanten zelf kiezen wie zijn familienaam aan het kind doorgeeft. Deze geven ze dan door aan de jeugdrechtbank. Die naam blijft gelden voor alle kinderen die later nog geadopteerd worden. Een samengestelde familienaam, die bijvoorbeeld bestaat uit de namen van beide ouders, is in ons land in principe niet mogelijk.
Sociale druk
Holebikoppels krijgen te maken met een grotere druk van buitenaf dan heterokoppels. Zo krijgen lesbische koppels regelmatig wel eens te horen wie nu 'de échte' moeder is van het kind. Drie vierde van de holebikoppels krijgt wel eens te maken met zulke vervelende vragen. Je moet dus wel erg sterk in je schoenen en volledig achter je keuze staan om vervelende vooroordelen de baas te kunnen. Dertig tot veertig procent zou ook het gevoel hebben dat er door andere ouders over hun gezinssituatie wordt geroddeld. Kinderen voelen het vaak aan als hun ouders zo in het nauw gebracht worden en als gevolg hiervan worden er bij holebikoppels die te maken hebben met negatieve opmerkingen over hun gezin, vaker gedragsproblemen bij hun kinderen vastgesteld.
Bronnen:
- Cavaria (2008). Ouderschap homos. (online). Beschikbaar: http://www.holebifederatie.be/dossiers/ouderschaphomos.php
- Cavaria (2008). Ouderschap lesbiennes. (online). Beschikbaar: http://www.holebifederatie.be/dossiers/ouderschaplesbiennes.php
- Lesbisch.nl (2010). Ouderschap. (online). Beschikbaar: http://lesbisch.nl
- T KWADRAAT (2010). Welke achternaam krijgt een kind van lesbische ouders?. (online). Beschikbaar:
http://tkwadraat.be/index.php?option=com_content&task=view&id=73&Itemid=37
- T KWADRAAT (2010). Holebi's bijna kansloos voor adoptie. (online). Beschikbaar: http://tkwadraat.be/index.php?option=com_content&task=blogcategory&id=21&Itemid=51
Uit Belgisch onderzoek blijkt dat kinderen die opgroeien als KID-kind in een lesbisch gezin, zich goed voelen en niet vaker gepest worden dan andere kinderen. Toch vermoed ik dat deze kinderen vrij sterk in hun schoenen moeten staan, omdat ze anders snel de rol van slachtoffer kunnen krijgen bij pesterijen, doordat ze als 'anderszijnde' bekeken worden. Kinderen zoeken vrijwel altijd de buitenbeentjes en de zwakkere kinderen er uit. Dit omdat ze meer opvallen door het 'anders'-zijn en er dus ook makkelijker vijandigheid tegen gecreëerd kan worden. Ook kunnen de kinderen van holebikoppels best van alles op de hoogte zijn, wat betreft hun afkomst en verwekking, zodat ze kunnen antwoorden en zich kunnen verdedigen als klasgenootjes en andere kinderen (vervelende) vragen stellen. Als kinderen het idee hebben dat het eigenlijk een tamelijk gewoon verhaal is, kunnen ze het ontspannen en gewoontjes uitleggen en dat werkt het beste. Zo kunnen zij zich naar de omgeving toe het best een houding geven.
In Nederland is nagegaan of lesbische gezinnen verschillen van heterogezinnen in de manier waarop zij hun ouderschap ervaren en motiveren voor zichzelf. Er blijkt dat lesbische ouders blijken een sterker gemotiveerde kinderwens te hebben. Ook zou er sprake zijn van meer evenwicht tussen beide ouders. Toch maken ze zich ook zorgen over het opgroeien van hun kinderen in een samenleving die niet altijd holebivriendelijk is en veel te maken heeft met vooroordelen en discriminatie. Er blijken ook verschillen te zijn met heterogezinnen qua taakverdeling tussen de ouders. De emotionele betrokkenheid tot het kind van de meemoeder zou hierbij groter zijn dan die van een heterovader. Dit zou wel kunnen kloppen, omdat vrouwen over het algemeen emotioneler zijn dan mannen. Toch zou ik niet meteen zeggen dat vrouwen meer betrokken zijn bij hun kind dan vaders. Mannen kunnen evengoed een heel betrokken vaderrol hebben.
Uit Amerikaans onderzoek blijkt dat kinderen in holebigezinnen niet meer problemen hebben met opgroeien dan kinderen uit andere gezinnen. Door deze resultaten steunt de APA (American Psychological Association) dan ook de eis van homo's en lesbiennes voor gelijke rechten inzake kinderwens en adoptie.
Zwangerschap
Qua zwangerschap ondervindt de biologische moeder geen nadelen; ze krijgt evenveel zwangerschaps- en bevallingsverlof als een heteromoeder. De meemoeder daarentegen heeft geen recht op 'vaderschaps'verlof (het recht van een vader om tien dagen afwezig te zijn naar aanleiding van de geboorte van een kind).
De Holebifederatie ijvert ervoor om dit verlof geslachtsneutraal te maken, zodat ook meemoeders er gebruik van kunnen maken. De federatie heeft er ook voor geijverd dat adoptie niet enkel een recht zou worden voor lesbiennes, maar ook voor homo's.
Weigering bij KID en IVF
Lesbiennes die een KID (Kunstmatige Inseminatie met Donorsperma) of IVF-behandeling (In-vitrofertilisatie) willen om zwanger te worden, kunnen terecht bij fertiliteitscentra. Sinds 2007 bestaat in België echter de 'Wet op de medisch begeleide voortplanting', waarin o.a. staat dat fertiliteitscentra een behandeling mogen weigeren op basis van het 'gewetensbezwaar'. Het centrum moet dan wel het koppel doorverwijzen naar een centrum waar zij wel terecht kunnen. Het UZ Gasthuisberg Leuven weigert lesbiennes en stuurt hen altijd door.
Een juridische band verwerven met het kind
Een meemoeder moet het kind adopteren, gezien ze niet automatisch een juridische band krijgt met het kind. Ze moet adopteren via de procedure van 'stiefouderadoptie ' of 'co-ouderadoptie', waarvoor men zich moet aanmelden bij Kind en Gezin. De meemoeder moet dan een verplichte voorbereidingscursus van twintig uur volgen, en het is mogelijk om deze cursus al te volgen tijdens de zwangerschap.
Adoptie
Zoals gebleken is bij mijn vorige onderzoeksvraag, worden holebikoppels die kiezen voor adoptie, nog steeds benadeeld. Doordat gekozen wordt voor open adoptie, kunnen de biologische ouders kiezen om hun kind niet te plaatsen bij holebi's. Er worden ook erg weinig kinderen toegekend aan een holebikoppel doordat er een maximumaantal holebikandidaten wordt vastgelegd door de adoptiebureaus. De bureaus weerleggen soms de adoptieaanvraag van een holebikoppel, omdat dit volgens hen moreel niet in orde is.
Familienaam van het kind
Een pasgeboren kind krijgt de familienaam van de biologische moeder. Dit gebeurt, net zoals bij heterokoppels, wanneer het kind ingeschreven wordt in het geboorteregister van de burgerlijke stand.
Bij stiefouderadoptie mogen de adoptanten zelf kiezen wie zijn familienaam aan het kind doorgeeft. Deze geven ze dan door aan de jeugdrechtbank. Die naam blijft gelden voor alle kinderen die later nog geadopteerd worden. Een samengestelde familienaam, die bijvoorbeeld bestaat uit de namen van beide ouders, is in ons land in principe niet mogelijk.
Sociale druk
Holebikoppels krijgen te maken met een grotere druk van buitenaf dan heterokoppels. Zo krijgen lesbische koppels regelmatig wel eens te horen wie nu 'de échte' moeder is van het kind. Drie vierde van de holebikoppels krijgt wel eens te maken met zulke vervelende vragen. Je moet dus wel erg sterk in je schoenen en volledig achter je keuze staan om vervelende vooroordelen de baas te kunnen. Dertig tot veertig procent zou ook het gevoel hebben dat er door andere ouders over hun gezinssituatie wordt geroddeld. Kinderen voelen het vaak aan als hun ouders zo in het nauw gebracht worden en als gevolg hiervan worden er bij holebikoppels die te maken hebben met negatieve opmerkingen over hun gezin, vaker gedragsproblemen bij hun kinderen vastgesteld.
Bronnen:
- Cavaria (2008). Ouderschap homos. (online). Beschikbaar: http://www.holebifederatie.be/dossiers/ouderschaphomos.php
- Cavaria (2008). Ouderschap lesbiennes. (online). Beschikbaar: http://www.holebifederatie.be/dossiers/ouderschaplesbiennes.php
- Lesbisch.nl (2010). Ouderschap. (online). Beschikbaar: http://lesbisch.nl
- T KWADRAAT (2010). Welke achternaam krijgt een kind van lesbische ouders?. (online). Beschikbaar:
http://tkwadraat.be/index.php?option=com_content&task=view&id=73&Itemid=37
- T KWADRAAT (2010). Holebi's bijna kansloos voor adoptie. (online). Beschikbaar: http://tkwadraat.be/index.php?option=com_content&task=blogcategory&id=21&Itemid=51
zondag 9 mei 2010
Interview met een homokoppel
Op 29 april deed ik, samen met Melissa Debecker, een interview met Andy Deprins en Lorenz Van Cauwenbergh, twee homoseksuele jongens die sinds drie maand een koppel zijn. Het gefilmde interview is hier te bekijken:
woensdag 28 april 2010
Onderzoeksvraag: Hoe staat men tegenover het adoptierecht voor homokoppels en hoe gaat dit in zijn werk?
Sinds 20 april 2006 is de wet van kracht dat ook homoseksuele koppels mogen adopteren en er hebben al een aantal koppels het initiatief genomen. Maar altijd ging het om een binnenlandse adoptie of werd een kind uit een vorig huwelijk geadopteerd door de nieuwe partner. Buitenlandse adoptie lijkt maar niet te lukken. Vaak gebeurt het dat deze koppels langer moeten wachten voor een goedkeuring om een kind te adopteren, ondanks dat ze o.a. een voorbereidingscursus, een positieve beoordeling en toestemming van de jeugdrechter hebben gehad. Dit komt omdat vele landen nog niet akkoord gaan met de adoptiewet voor homokoppels en als de wet er dan toch is, vaak heterokoppels voorrang krijgen op het homoseksueel koppel. Adoptiediensten beperken namelijk het aantal holebikandidaten tot bijvoorbeeld tot een vijfde van het totale aantal kandidaten. Als voorbeeldje het volgende: uit een artikel uit 'De Standaard' blijkt dat er in de laatste vier jaar tijd 638 kinderen geadopteerd werden in Vlaanderen. Van deze 638 kinderen kwamen er slechts 4 terecht bij holebikoppels! Dit terwijl ongeveer veertig procent van de wensouders van hetzelfde geslacht is. Volgens mij zegt dit genoeg...
Een andere reden is dat men meestal werkt met 'open adopties', wat betekent dat de ouders die hun kind afstaan voor adoptie, akkoord moeten gaan om hun kind te plaatsen in een homogezin. Velen geloven dat de adoptieambtenaar adoptie door homokoppels tegenhoudt. Toch blijkt door onderzoek van de Leuvense professor Marc Swyngedouw dat 60% van de Vlamingen voor het adoptierecht van homokoppels is.
Advocaten van homokoppels beweren dat de ambtenaar vele kansen voor homokoppels uitsluit en dat adoptiebureaus meer moeten proberen te bemiddelen met het adoptiebureau in het herkomstland van het kind dat het koppel wil adopteren. Uiteindelijk hebben reeds enkele homoseksuele koppels met de ambtenaar overlegd of er andere mogelijkheden zijn. Toch blijven de advocaten geloven dat het oordeel of men al dan niet mag adopteren al lang geveld was vóór dat deze koppels antwoord kregen of ze het kind mogen adopteren. Volgens de advocaten sluit de ambtenaar adoptiekanalen af op basis van morele en weerlegbare redenen. Zo zouden homokoppels niet in staat zijn een kind gezond op te voeden, omdat er ofwel een vader, ofwel een moeder ontbreekt.
Homokoppels die een kind willen adopteren moeten eerst een voorbereiding volgen, dit is een vorming van twintig uur waarin allerlei informatie wordt gegeven over de adoptieprocedure, de juridische (en andere) gevolgen van de adoptie en de nazorg. Het is dus niet bedoeld om de geschiktheid van de kandidaat-adoptant(en) te beoordelen. De kandidaat-adoptant(en) moet (moeten) zich voor deze vorming aanmelden bij een binnenlandse adoptiedienst naar keuze.
Als tweede stap moet er een verzoekschrift opgesteld worden, waarbij een advocaat kan ingeschakeld worden. Dit moet o.a. vermelden of je kiest voor de gewone of de volle adoptie en welke naam je wilt geven aan het kind. Volle adoptie geeft aan het kind en zijn afstammelingen dezelfde rechten en plichten zoals het kind geboren zou zijn uit de adoptant. Deze adoptie is onherroepelijk. Bij een gewone adoptie krijgt de geadopteerde de naam van de adoptant of van de echtgenoot. De voornaam kan ook veranderd worden. Deze adoptie kan wegens ernstige redenen herroepen worden. De geadopteerde erft van de adoptanten en behoudt bovendien zijn erfrecht in zijn oorspronkelijke familie.
Als derde stap moet het verzoek, nadat het koppel op de wachtlijst terecht kwam, ingediend worden bij de jeugdrechtbank. Als vierde stap wordt er onderzoek uitgevoerd door het openbaar ministerie en hierna (vijfde stap) volgt er ook een maatschappelijk onderzoek, waar onder andere de toekomstige opvoeding van het kind besproken wordt.
Als zesde stap volgt er de rechtspleging ten gronde, waar het verslag van het maatschappelijk onderzoek kan ingekeken worden en wordt de zittingsdag vastgelegd, waar er een aantal mensen gehoord worden (voornamelijk adoptanten en adoptiekind vanaf 12 jaar). Vervolgens komt de uitspraak van de rechter en de administratieve afhandeling. Het kind blijft altijd het recht op informatie van zijn afkomst behouden.
Buitenlandse adopties zijn heel moeilijk voor homokoppels. De adoptiediensten uit België moeten de eisen van de herkomstlanden en hun instellingen respecteren. Die willen meestal dat het kind terecht komt in een klassiek gezin met een man en een vrouw. De herkomstlanden ontvangen een volledig dossier met informatie over de wensouders die willen adopteren.
Een mogelijkheid voor homoseksuelen is een ‘zelfstandige adoptie’, waarbij ze zelf op zoek gaan naar landen die homo’s aanvaarden als adoptiegezin. Deze adoptie is heel moeilijk omdat men zelf alles moet regelen en de kosten zeer hoog kunnen zijn.
Bronnen:
- Cavaria (2008). Ouderschap homo's. (online). beschikbaar: http://www.holebifederatie.be/dossiers/ouderschaphomos.php#hoeveelkinderenbijhomos
- Famiweb.be. Adoptie in België. (online). Beschikbaar: http://www.famiweb.be/nl/Adoptie-in-Belgie
- Het Nieuwsblad (red),Nog geen adopties door homoseksuele koppels. (online)
Beschikbaar: http://www.nieuwsblad.be/article/detail.aspx?articleid=DMF31032009_008
- Peeters, T. (2008) Homokoppels vangen bot bij buitenlands adoptie. (online)
Beschikbaar: http://towntalk.wordpress.com/2008/01/15/homokoppels-mogen-geen-buitenlands-kind-adopteren/
- T KWADRAAT (2010). Holebi's bijna kansloos voor adoptie. (online). Beschikbaar: http://tkwadraat.be/index.php?option=com_content&task=blogcategory&id=21&Itemid=51
Een andere reden is dat men meestal werkt met 'open adopties', wat betekent dat de ouders die hun kind afstaan voor adoptie, akkoord moeten gaan om hun kind te plaatsen in een homogezin. Velen geloven dat de adoptieambtenaar adoptie door homokoppels tegenhoudt. Toch blijkt door onderzoek van de Leuvense professor Marc Swyngedouw dat 60% van de Vlamingen voor het adoptierecht van homokoppels is.
Advocaten van homokoppels beweren dat de ambtenaar vele kansen voor homokoppels uitsluit en dat adoptiebureaus meer moeten proberen te bemiddelen met het adoptiebureau in het herkomstland van het kind dat het koppel wil adopteren. Uiteindelijk hebben reeds enkele homoseksuele koppels met de ambtenaar overlegd of er andere mogelijkheden zijn. Toch blijven de advocaten geloven dat het oordeel of men al dan niet mag adopteren al lang geveld was vóór dat deze koppels antwoord kregen of ze het kind mogen adopteren. Volgens de advocaten sluit de ambtenaar adoptiekanalen af op basis van morele en weerlegbare redenen. Zo zouden homokoppels niet in staat zijn een kind gezond op te voeden, omdat er ofwel een vader, ofwel een moeder ontbreekt.
Homokoppels die een kind willen adopteren moeten eerst een voorbereiding volgen, dit is een vorming van twintig uur waarin allerlei informatie wordt gegeven over de adoptieprocedure, de juridische (en andere) gevolgen van de adoptie en de nazorg. Het is dus niet bedoeld om de geschiktheid van de kandidaat-adoptant(en) te beoordelen. De kandidaat-adoptant(en) moet (moeten) zich voor deze vorming aanmelden bij een binnenlandse adoptiedienst naar keuze.
Als tweede stap moet er een verzoekschrift opgesteld worden, waarbij een advocaat kan ingeschakeld worden. Dit moet o.a. vermelden of je kiest voor de gewone of de volle adoptie en welke naam je wilt geven aan het kind. Volle adoptie geeft aan het kind en zijn afstammelingen dezelfde rechten en plichten zoals het kind geboren zou zijn uit de adoptant. Deze adoptie is onherroepelijk. Bij een gewone adoptie krijgt de geadopteerde de naam van de adoptant of van de echtgenoot. De voornaam kan ook veranderd worden. Deze adoptie kan wegens ernstige redenen herroepen worden. De geadopteerde erft van de adoptanten en behoudt bovendien zijn erfrecht in zijn oorspronkelijke familie.
Als derde stap moet het verzoek, nadat het koppel op de wachtlijst terecht kwam, ingediend worden bij de jeugdrechtbank. Als vierde stap wordt er onderzoek uitgevoerd door het openbaar ministerie en hierna (vijfde stap) volgt er ook een maatschappelijk onderzoek, waar onder andere de toekomstige opvoeding van het kind besproken wordt.
Als zesde stap volgt er de rechtspleging ten gronde, waar het verslag van het maatschappelijk onderzoek kan ingekeken worden en wordt de zittingsdag vastgelegd, waar er een aantal mensen gehoord worden (voornamelijk adoptanten en adoptiekind vanaf 12 jaar). Vervolgens komt de uitspraak van de rechter en de administratieve afhandeling. Het kind blijft altijd het recht op informatie van zijn afkomst behouden.
Buitenlandse adopties zijn heel moeilijk voor homokoppels. De adoptiediensten uit België moeten de eisen van de herkomstlanden en hun instellingen respecteren. Die willen meestal dat het kind terecht komt in een klassiek gezin met een man en een vrouw. De herkomstlanden ontvangen een volledig dossier met informatie over de wensouders die willen adopteren.
Een mogelijkheid voor homoseksuelen is een ‘zelfstandige adoptie’, waarbij ze zelf op zoek gaan naar landen die homo’s aanvaarden als adoptiegezin. Deze adoptie is heel moeilijk omdat men zelf alles moet regelen en de kosten zeer hoog kunnen zijn.
Bronnen:
- Cavaria (2008). Ouderschap homo's. (online). beschikbaar: http://www.holebifederatie.be/dossiers/ouderschaphomos.php#hoeveelkinderenbijhomos
- Famiweb.be. Adoptie in België. (online). Beschikbaar: http://www.famiweb.be/nl/Adoptie-in-Belgie
- Het Nieuwsblad (red),Nog geen adopties door homoseksuele koppels. (online)
Beschikbaar: http://www.nieuwsblad.be/article/detail.aspx?articleid=DMF31032009_008
- Peeters, T. (2008) Homokoppels vangen bot bij buitenlands adoptie. (online)
Beschikbaar: http://towntalk.wordpress.com/2008/01/15/homokoppels-mogen-geen-buitenlands-kind-adopteren/
- T KWADRAAT (2010). Holebi's bijna kansloos voor adoptie. (online). Beschikbaar: http://tkwadraat.be/index.php?option=com_content&task=blogcategory&id=21&Itemid=51
woensdag 7 april 2010
Onderzoeksvraag: Hebben jonge kinderen voldoende kansen om kennis te maken met andere gezinsvormen in de kinderliteratuur?
Toen ik op zoek ging naar kinderboeken over homoseksuelen, heb ik gemerkt dat er hiervan nog steeds zeer weinig te vinden zijn. De enige boeken die ik gevonden heb, zijn 'Arwen en haar pappa's' en 'Mam en mamma gaan trouwen' op kleuterniveau, en 'Zij en haar' van Dirk Bracke op jongerenniveau. Het boekje 'Arwen en haar pappa's' is eerder voor de jongste kleuters, met meestal één zin per pagina. Er wordt stap per stap het adoptieproces van een buitenlands kindje door een homokoppel in uitgelegd, en dat op een duidelijke en overzichtelijke manier. 'Mam en mamma gaan trouwen' gaat dan, zoals de titel doet vermoeden, over een lesbisch koppel met twee kinderen dat gaat trouwen.
'Zij en haar' is een heel mooi boek over een lesbisch meisje dat nog niet goed weet wat ze juist wil. Tot ze op een keer een ander meisje tegenkomt en ze kussen. Het boek kan steun bieden aan jongeren die in dezelfde situatie zitten.
Verder heb ik geen kinderboeken gevonden met homoseksualiteit als thema. Dit is erg spijtig, omdat het toch een belangrijke taak is om kinderen hiermee vertrouwt te maken. Hoe meer kinderen er over kunnen lezen of voorgelezen krijgen, hoe beter ze ermee vertrouwt kunnen raken.
Voor een eerdere taak voor school deed ik een steekproef met 61 boeken en hieruit bleek dat geen enkel van deze 61 boeken een verhaal over homoseksuelen met of zonder kind ging. Dit bewijst ook weer dat er te weinig boeken van deze gezinsvorm bestaan.
De Witte van Leeuwen, J. (2009). Arwen en haar papa's. Kassel: Printec Offset.
Setterington, K. (2004). Mam en mamma gaan trouwen!. Antwerpen: C. de Vries-Brouwers.
'Zij en haar' is een heel mooi boek over een lesbisch meisje dat nog niet goed weet wat ze juist wil. Tot ze op een keer een ander meisje tegenkomt en ze kussen. Het boek kan steun bieden aan jongeren die in dezelfde situatie zitten.
Verder heb ik geen kinderboeken gevonden met homoseksualiteit als thema. Dit is erg spijtig, omdat het toch een belangrijke taak is om kinderen hiermee vertrouwt te maken. Hoe meer kinderen er over kunnen lezen of voorgelezen krijgen, hoe beter ze ermee vertrouwt kunnen raken.
Voor een eerdere taak voor school deed ik een steekproef met 61 boeken en hieruit bleek dat geen enkel van deze 61 boeken een verhaal over homoseksuelen met of zonder kind ging. Dit bewijst ook weer dat er te weinig boeken van deze gezinsvorm bestaan.
De Witte van Leeuwen, J. (2009). Arwen en haar papa's. Kassel: Printec Offset.
Setterington, K. (2004). Mam en mamma gaan trouwen!. Antwerpen: C. de Vries-Brouwers.
Abonneren op:
Posts (Atom)